Op de een of andere manier leek alle sneeuw rond ons huis te vallen en zaten we ruim een week in een prachtige witte wereld. Van de bibliotheek kreeg ik bericht dat een gereserveerd boek binnen was. Carry Slee, zag ik en ik dacht: ‘Waarom heb ik een boek van Carry Slee gereserveerd?’ Door de witte wereld liep ik naar de bieb, nam het boek mee, sloeg het open en begon te lezen. Na zo’n 60 bladzijden legde ik het weg voor die avond. De avonden daarna las ik uit. Het is het boek “Mijn Jongen” uit 2023. Ik herinnerde me nu ook dat het bij Eus’ boekenclub werd besproken en het daarom had gereserveerd. Het is het indringend verhaal over een meisje dat opgroeit in een gezin waarin de ouders een permanente strijd leveren. Bijzonder is dat Carry, want het is haar eigen verhaal, als een jongen wordt beschouwd door haar vader. Hij neemt haar mee naar kleedkamers voor jongens en spreekt haar ook zo aan. Dat verandert totaal zodra ze in de pubertijd komt. Na haar eerste menstruatie ziet haar vader haar niet meer staan. Behalve het aangrijpende verhaal, waardoor je gaat nadenken over gender, was het heel plezierig een boek te lezen dat ook helder geschreven is; veel korte zinnen en toch inhoud en mooi geschreven, het kan dus.

Dit boek vormt voor mij een brug naar de resultaten van het PISA-onderzoek. Volgens dit internationale onderzoek loopt een derde van de jongeren een grote kans laaggeletterd te worden. Het is extra zorgelijk, omdat je ziet dat in de loop van de jaren resultaten steeds slechter worden. Laaggeletterdheid is een groot probleem, aangezien je, als je niet goed kunt lezen, naast de samenleving komt te staan. Je begrijpt overheidsbrieven niet goed of je kunt feiten niet van meningen onderscheiden. De algoritmes in de social media versterken dit effect trouwens. Er zijn kritische tegengeluiden bij het PISA-onderzoek. Zo schreef Geert Biesta in Trouw dat dit onderzoek eigenlijk niet zo heel veel zegt. Echter, we kunnen er niet omheen: taalbeheersing gaat achteruit. We lezen minder tekst, we kunnen ons moeilijker concentreren. En daar moeten we iets mee. Ik ben ervan overtuigd dat lezen helpt. Vorige keer schreef ik over mijn smartphone verslaving. Ik leg de smartphone steeds vaker weg en kijk veel minder tv. Nu kom ik van een generatie waar je in je kindertijd gewoon verschrikkelijk verveelde. Dan ging je maar naar de bieb, boeken halen. Dat is tegenwoordig anders: de filmpjes vliegen je om de oren. Toch hebben we een duidelijke opdracht in het onderwijs: leesplezier en lezen bevorderen- bij alle onderwijssoorten. Kunnen we het samen keren?

Verder waren Annalie en ik aanwezig bij een startersdag in Assen. Een terugkomdag voor jonge leraren, om ervaringen uit te wisselen, om verder te leren en groeien in het vak. Om een visie op onderwijs verder te ontwikkelen. Ik werd er heel blij van: het enthousiasme van jonge leraren, de bevlogenheid van de lerarenopleiders. Het is heel goed dat we leraren zelf opleiden in onze opleidingsscholen.

Het is bijna kerst. Op het dienstbureau worden alle zeilen bijgezet om de bestuurlijke fusie administratief mogelijk te maken. In het onderwijs zag ik veel leerlingbesprekingen en ouderavonden. Er worden kerstbijeenkomsten aangekondigd. Dat is fijn, want veel nieuws verder in de wereld is niet goed. Laten we aandacht houden voor de mensen in de oorlogsgebieden en de mensen die gedwongen worden eraan mee te doen. in Oekraïne, in Israël, in de Palestijnse gebieden en in Gaza. Maar ook op andere plekken, zelfs in Nederland, waar mensen moeite hebben de eindjes aan elkaar te knopen.

Ik wens je veel succes met de laatste, drukke loodjes voor de kerst.

Alice